K. & J. Wilkens Veendam.
(Met dank aan het Veenkoloniaal Museum te Veendam.)
In 1823 nemen de broers Klaas en Jan Wilkens het bedrijf van hun vader Frans “Duvel” Wilkens over en stichten de firma K. & J. Wilkens.
De firma is eigenaar van de helft van de paltrok houtzaagmolen “Windlust” aan het Beneden Dwarsdiep te Veendam en van een hout- en bouwmaterialenhandel met een kalkoven aan het Oosterdiep. Vanuit het kantoor aan huis tegenover de houthandel worden de rederij en het correspondentschap van een Zaanse onderlinge verzekeringsmaatschappij geleid. De broers breiden hun bedrijf gestaag uit. Zo wordt in 1839 bij de houthandel aan het Oosterdiep houtzaagmolen “Welgelegen” gebouwd. Na de komst van de stoommachine is de molen in 1892 afgebroken en weer opgebouwd bij Kollum, waar hij nog steeds dienst doet als de poldermolen van Tochmalân.
De rederij van K. en J. Wilkens groeit in de 19e eeuw uit naar meer dan twintig schepen en is daarmee, samen met rederij Koerts in Oude Pekela een van de grootste in de provincie. Samen met broer Frans, die in Papenburg is opgeleid tot scheepsbouwer, wordt bij de houthandel de scheepswerf “Werklust” opgericht. Hier lopen van 1855 tot 1885 meer dan dertig houten koffen, tjalken en brikken van stapel.
Jan en Folkert, zoons van Klaas, zoeken uitbreiding van het bedrijf in de opkomende agro-industrie en bouwen rond 1870 in Zuidwending een aardappelmeelfabriek. Na een moeizaam begin is deze, naast de houthandel, een goed renderende poot van het bedrijf. In 1929 wordt de fabriek door een explosie verwoest, waarbij acht medewerkers omkomen.
Op het terrein van de houthandel aan het Oosterdiep wordt in 1930 een nieuwe dextrinefabriek gebouwd; de modernste van Europa.
W.A. Scholten neemt deze fabriek in 1962 over, waarna de houthandel op eigen kracht verder gaat.
Houtzaagmolen Welgelegen van K. &J. Wilkens.
Veendam (1838-1893)
Deze houtzager bezat vier zaagramen en werd in 1838 opgericht door Klaas en Jan Wilkens. De naam Welgelegen werd bedacht door zeelieden die meehielpen de molenas in de kap te takelen. In 1874 werd een 14 Pk stoommachine aangeschaft. Nadat in 1893 een zwaardere stoommachine in gebruik werd genomen kwam de molen buiten gebruik en werd ze op afbraak verkocht en gesloopt door de Veendammer molenmaker J.B. de Haan. De molen werd in Kollum als poldermolen opgebouwd. Daar staat de molen nog als de molen Tochmalân.
Historisch verslag:
“In december 1838 hebben de Gebr. Klaas en Jan Wilkens de zaagmolen laten bouwen, dewelke boven de Kerklaan aan de landzijde op het oosterdiep staat en genaamd is “Welgelegen”. De oorzaak en oorsprong droeg zich op de volgende wijze toe:
Op zondag 2 december liet K. & J. Wilkens eenige schippers verzoeken om Maandag den 3den December hen te mogen bijstaan en helpen tot het oprichten van den molen, waaronder ik en mijn broeder Albert Hazewinkel behoorden.“
Wij kwamen Maandag buiten het ander volk 14 schippers tezamen. Wij werkten den geheelen dag mede, nadat wij des middags bij hen aan tafel gegeten hadden, toe den avond, toen bij Z. Ed. aan huis een glas wijn te drinken, zoo werd gesproken over den naam van den molen, dewijl die nog niet gegeven was. Ieder moest daarover zijn gevoel zeggen; een zeide: “De Twee Gebroeders”, een ander “Neptunus”, een derde “Draaikolk”, enz. en ieder zeide zoals hem voorkwam. Mijn broeder Albert Hazewinkel zeide: ”Welgelegen”, betogende daarbij de stand, de plaats in het dorp, zoowel als voor hun beider woning. Het werd echter dien avond niet beslist; de volgende dag kwamen wij schippers weer bij den molen aan ’t oprichten en des na de middags was de as naar boven gebracht. Toen kwam de jongste van de Gebr. Wilkens, nl. Jan Wilkens en zeide tot Albert: Wij hebben Uw naam behouden, dien gij aan den molen gegeven hebe, zie hier op een plank dezelve geschilderd, daar spijker gij nu dezelver er ook aan; en terwijl een ander met de vlag naar de top van de molen liep, spijkerde Albert Hazewinkel de naam “Welgelegen” boven het onderste vierkant aan de molen. Er werd gegeten en gedronken, toasten ingesteld en alles liep ten einder zonder dat er ongelukken bij het oprichten gebeurd zijn”.